In de Bijbel verwijst 'verkondigen' naar de rol van boodschapper die Gods wil overbrengt, met geestelijke autoriteit die demonen onderwerpt en gehoorzaamheid van ziel en omgeving afdwingt.
Maar in de hedendaagse kerk wordt 'overbrengen' en 'verkondigen' vaak achteloos gebruikt, waarbij de nadruk ligt op de autoriteit van kerkleiders en leerstellingen, zonder directe goddelijke instructie.
Kerken moeten daarom Gods stem onderscheiden en leven als ware christenen in overeenstemming met de wil van de Heer. Bovendien moeten we waakzaam zijn tegen valse profeten en kerkleiders.
Het Griekse woord dat in het Nieuwe Testament wordt vertaald met ‘verkondigen’ (aan de wereld bekendmaken) is ‘afangelelo’.
In Engelse Bijbels is ‘afangelelo’ vertaald met proclaim, declare, announce.
Het Griekse woord voor “verkondigen” is <kerusso (κηρύσσω)>. <Kerusso> betekent dat iemand met goddelijke autoriteit handelt en de rol van boodschapper van Gods wil vervult. De boodschap van deze verkondiging impliceert dat de duivel zich onderwerpt en dat ziel, omgeving en omstandigheden gehoorzamen.
Het ‘doel van de verkondiging’ is om de levende Jezus Christus te laten zien.
[Bron] https://my-jc.tistory.com/2704, Joseph Lee (predikant), 2019. 11. 9
Volgens gezond verstand kunnen we ‘overbrengen’ en ‘verkondigen’ gebruiken wanneer we onze eigen gedachten aan anderen overbrengen. Maar in het geval van Bijbelse teksten moet, afhankelijk van de situatie, God (God, God) degene zijn die bepaalt aan wie die tekst moet worden overgebracht.
En wanneer Hij bepaalt aan wie die tekst moet worden overgebracht of verkondigd, heeft Hij een specifiek doel en een reden en zal Hij dit duidelijk benadrukken. Dan moet degene die de tekst heeft ontvangen, zijn eigen mening volledig uitsluiten en alleen de ontvangen tekst overbrengen.
Laten we even de achtergrond van het ontstaan van het christendom bekijken. Het christendom werd in Rome tot staatsgodsdienst verheven en verspreidde zich naar Europa en West-Azië, maar als we de geschiedenis bekijken, zien we dat het werd gebruikt als een middel om de heerschappij van de keizer te handhaven. (Keizer Constantijn nam het christendom over, waardoor in 313 n.Chr. het Edict van Milaan werd afgekondigd, waarin de vrijheid van religie voor christenen werd gegarandeerd. En in 380 n.Chr. maakte keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst nadat hij van zijn ziekte was genezen.)
Vanaf dat moment raakten kerkleiders en machthebbers steeds meer met elkaar verweven, wat voor beide partijen voordelig was. Hierdoor begon rijkdom, eer en macht een plaats in de kerk te krijgen. Hoewel ‘Jezus de leider van de kerk’ wordt genoemd, is de realiteit dat er een strikt klassenonderscheid is dat zich baseert op de bevelen van de leider van elke denominatie. Bovendien zijn er voor elke denominatie vastgelegde leerstellingen, rituelen en preken of toespraken voor de mis of preektijd.
Hoe kunnen priesters of predikanten in een dergelijke situatie zomaar zeggen dat het ‘de gegeven tekst’, ‘de overgebrachte tekst’ of ‘de verkondigde tekst’ is op het altaar van de kerk? Zelfs kerkleiders die al lange tijd in de kerk werkzaam zijn, vinden dit normaal.
Wie is een echte christen?
De woordenboekdefinitie is iets als ‘iemand die de overtuiging belijdt dat Christus (verlosser, redder) Jezus is, of iemand die de religie gelooft die gebaseerd is op de leringen van Jezus’. Een ware christen is iemand die nieuw leven (leven) heeft ontvangen in Jezus Christus.
(https://incharity.or.kr/bbs/board.php?bo_table=godnews&wr_id=15, Kerk van Liefde, 2018. 1. 15)
Wat betekent de kerk?
Het is een bijeenkomst van mensen die door God speciaal zijn geroepen om een ander leven te leiden dan voorheen, en een gemeenschap van redding gebaseerd op Gods beloften.
Je moet in staat zijn om te onderscheiden welke teksten de Heer zelf heeft bevolen te ‘overbrengen’ of te ‘verkondigen’
De huidige kerk en haar leiders moeten de waarschuwende woorden van Jezus aan de leiders van de Joodse gemeenschap ter harte nemen.
Daarom mag je niet zomaar dergelijke woorden gebruiken als de Heer zelf geen opdracht heeft gegeven om iets te ‘overbrengen’ of te ‘verkondigen’. Kerkleiders, en vooral priesters of predikanten, moeten dit in gedachten houden en zich ervan bewust zijn dat ze onbedoeld ongehoorzaam kunnen handelen. (Mt 12: 32-34, 36, Mt 23: 27, 33, 34, Deut 18: 20-22)
Matteüs 12
32. En wie ook maar tegen de Mensenzoon spreekt, die zal vergeving ontvangen, maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, die zal vergeving noch in deze wereld noch in de toekomstige wereld ontvangen."
33. "Een goede boom brengt goede vruchten voort, en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. Aan de vruchten herkent men de boom.
34. Addergebroed! Hoe kunt u, die slecht bent, goede dingen zeggen? Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond.
36. Ik zeg u: over alle ijdele woorden die de mensen spreken, zullen zij op de dag des oordeels rekenschap afleggen.
Deuteronomium 18
20. Maar de profeet die zich in overmoed iets zal aanmatigen om in mijn naam te spreken, wat Ik hem niet bevolen heb te spreken, of die in de naam van andere goden zal spreken, die profeet zal sterven.
21. En als u in uw hart zegt: Hoe zullen wij het woord kennen dat de HEERE niet gesproken heeft? Wanneer de profeet in de naam der HEERE spreekt, en het woord komt niet tot stand noch gebeurt, dan is het woord dat de HEERE niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken; u behoeft hem niet te vrezen.
22. "Wanneer de profeet spreekt in de naam des HEEREN, en het woord komt tot stand en gebeurt, dan weet u dat het woord dat de HEERE gesproken heeft; de profeet heeft gesproken in de naam des HEEREN."
De Heer heeft een grote afkeer van dergelijke valse dienaren of profeten en kan zelfs Zijn grote toorn (woede) laten zien die tot de dood leidt. Als de kerk dit onderscheidingsvermogen (onderscheidingsvermogen) niet heeft, namelijk het vermogen om de woorden of stem (stem) te horen die God zelf geeft, zal de kerk slechts de schijn van godsvrucht hebben. Omdat ze de heiligheid heeft verloren, zal de kracht van de Heer niet meer te zien zijn.
De Heer schreeuwt tegen de kerkleiders, en vooral de predikanten: ‘een blinde leidt een blinde’.
Matteüs 15
14. Laat hen maar. Zij zijn blinde gidsen van blinden. En als een blinde een blinde leidt, vallen zij beiden in de kuil."
Matteüs 7
21. Niet een ieder die tot Mij zegt: Heere! Heere! zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie de wil doet van mijn Vader die in de hemelen is.